Nasi
Vroeger als mijn moeder vroeg aan mijn vader wat we zouden gaan eten, bijvoorbeeld als we bezoek kregen, was het antwoord steevast "Nasi of bami?". Dat is een beetje blijven hangen, dus vaak als ik niet weet wat ik zal gaan eten denk ik aan nasi of bami, en niet alleen als ik bezoek krijg. Al vind ik het wel ook bij uitstek een maaltijd die je met een groep eters eet. Omdat je van alles aan dit gerecht kan toevoegen (seroendeng, kroepoek, gebakken uitjes, atjar, gebakken eitje, etc) en er daardoor verschillende bakjes op tafel komen te staan vind ik het altijd wel wat gezelligs hebben. En je maakt het vrij makkelijk voor een grotere groep, ook niet onbelangrijk!
Anyway, voor vier personen heb je nodig:
400 gram zilvervliesrijst
175 gram vega kip/gegrilde stukjes
1 prei
1 rode paprika
1 winterpeen
250 gram champignons
1/2 spitskool
1 ui
2 teentjes knoflook
4 eieren
2 eetlepels zoete ketjap
2 eetlepels soja/zoute ketjap
2 eetlepels gembersiroop
1 cm gember (in twee stukken gesneden)
2 maggi blokjes
2 theelepels kurkuma
2 theelepels citroensap
Sambal (naar smaak)
En voor de pindasaus:
2 grote eetlepel pindakaas
1 theelepel sambal (naar smaak)
Flinke scheut gembersiroop
Flinke scheut ketjap
Scheut citroensap
Begin met het snipperen van de ui en het fijnhakken van de ontvelde knoflooktenen. Zet een wokpan op hoog vuur met olie en voeg de gesnipperde ui toe als de olie heet is. Voeg als de uitjes aangebakken zijn de maggiblokjes, kurkuma en de twee stukken gember toe. Schenk een scheutje water erbij zodat de maggi blokjes verbrokkelen en het een klein beetje een papje wordt. Zet het vuur laag en voeg de knoflook toe.
Zet water op voor de rijst. Nu is het tijd voor het wassen en snijden van de groenten, allereerst de halve spitskool: het lekkerste is om deze goed fijn te hakken zodat je niet grote stukken kool in je nasi tegenkomt. Voeg de fijngehakte spitskool toe in de wok pan en roer even door. Het water voor de rijst zal nu koken, voeg de rijst toe aan het kokende water en stel een kookwekker in voor de benodigde kooktijd. Daarna was en snijd je de prei, wortel en paprika eveneens in kleine stukjes en meng je ze met de spitskool in de wokpan.
Maak de champignons schoon en snijd ze in plakjes (of stukjes, wat je wilt). Pak een aparte koekenpan en bak de champignons in olie op hoog vuur. Voeg ze toe in de wokpan en roer de groenten door. Als het goed is is de rijst ondertussen klaar. Giet af en meng het in de wokpan met de groenten. Nu maak je de nasi op smaak met de zoete en zoute ketjap (de zoute ketjap mag ook sojasaus zijn), gembersiroop, sambal, citroensap en peper en zout.
Bak in de koekenpan de kip/gegrilde stukjes aan en voeg ze daarna ook toe in de wokpan en roer door. Als het goed is staat je pan nog op laag vuur en leg een deksel op de wokpan zodat het warm blijft. In de koekenpan verwarm je een scheutje olie en bak je de vier eitjes.
Ondertussen maak je de pindasaus. Dit duurt niet lang, maar het is belangrijk om goed te blijven roeren. Doe twee grote scheppen pindasaus in een klein steelpannetje. Voeg een scheut water toe. Niet te veel, want je kan altijd nog meer water toevoegen! Roer het water door de pindakaas op laag vuur en voeg telkens scheutjes water toe tot het lijkt op de dikte van pindasaus. Voeg dan nog een scheut gembersiroop, zoetje ketjap, citroensap en wat sambal (naar smaak) toe. Roer goed door totdat het goed gemengd is en de saus heet genoeg is en serveer bij de nasi met de gebakken eitjes. En serveer daarbij wat je nog meer lekker vindt bij nasi: kroepoek, seroendeng, atjar, gebakken uitjes, etc..
Eet smakelijk!